Nachtneger, 1997, bewerkte foto
Zwart werk
Eeuwen oud is het beeld een neger in de nacht zie je niet.
Dat stamt natuurlijk uit en andere, koudere wereld. Blankenpraat.
Het doet me denken aan een oud kindertijdrijmpje:
Tien kleine negertjes.
Een kinderversje om je taal te ontwikkelen, waarin na elke strofe
een negertje verdwijnt.
Tien kleine negertjes gingen uit eten langs verre wegen.
Eén stikte in zijn drankje – toen waren er nog negen.
Negen kleine negertjes praatten tot diep in de nacht,
Eén kon niet wakker worden – toen waren er nog acht.
Acht kleine negertjes kwamen op een eiland aangedreven,
Eén zei, dat hij niet verder wou – toen waren er nog zeven.
Zeven kleine negertjes kapten hout met een kapmes,
Eén sloeg zichzelf in tweeën – toen waren er nog zes.
Zes kleine negertjes hielden een honingbedrijf,
Eén werd gestoken door een bij – toen waren er nog vijf.
Vijf kleine negertjes kregen met het recht gemier,
Eén kwam terdege in de knoei – toen waren er nog vier.
Vier kleine negertjes gingen naar zee en zie,
Eén rode haring verzwolg er een – toen waren er nog drie.
Drie kleine negertjes gingen naar Artis mee,
Eén grote beer drukte er een fijn – toen waren er nog twee.
Twee kleine negertjes gingen naar het zonnebad heen,
Eén schroeide de zon een gat in zijn bast – toen was er nog
maar één.
Eén klein negertje bleef helemaal alleen.
Hij hing tenslotte zich maar op – dus bleef er toen niet één.
Er bestaan varianten van dit rijmpje, het loopt ook wel eens
positiever af, bijvoorbeeld:
Dat ene kleine negertje
Dat had je moeten zien
Dat trouwde met een negerin
Toen waren er zo weer tien
Zulke versjes mogen niet meer. Hetzelfde aftelthema zie je soms
in een andere vorm terug, zoals in een film:
Een film speelt op een eilandje voor de Engelse kust.
Tien personen krijgen een uitnodiging van een vage kennis om
een weekend in een landhuis op het eiland door te brengen. Op
de eerste avond krijgen de tien gasten via een grammofoonplaat
te horen dat ze stuk voor stuk worden beschuldigd van een
misdaad. Meteen daarna valt de eerste gast dood neer.
Als een aantal uren later een tweede gast dood wordt gevonden
slaat de angst toe. Er is een moordenaar en omdat ze slechts met
z’n tienen op het eiland zijn moet één van hen de moordenaar zijn.
Hoe dit afloopt laat zich raden. Zulke dingen beleef ik nooit.
En de Dodenrit van Drs. P.
(Trojka hier, trojka daar)
Overal zit paardehaar!
L:
paardenhaar?
was ’t maar waar
en nu ben ‘k gaar
helemaal waar
geen bezwaar…
J.