Zacht

Stam, afstam, 2013, boek 109, pagina 74

2013_b109_p74_stam-afstam_k

Het spel

Op de dag dat de grafstenen werden schoongemaakt scheen de
warme zon, hoewel de wind noordoost was. De vochtige lucht
maakte dat ik behoorlijk zweette. Er waren meer oude mensen
die hetzelfde deden. Oude mensen poetsen grafstenen van hun
familieleden. Plantten er bloemen rondom en praatten daarbij
over ditjes en datjes. Het maakt hun rustig.
Ik heb het vaak gezien bij een plek waar ik lang geleden woonde,
het kerkhof was min of meer mijn buur. Er hing altijd zo’n vredige
geur. Men leunde rustig op de schep om even uit te rusten, een
sjekkie te draaien. Vogels maakten de muziek.
Vaak dacht ik na over die vreemde tekst RUST ZACHT. Hebben die
doden dan een keus? vroeg ik me af. Nooit staat er een verwijten-
de tekst op een graf, altijd dat berustende. Mensen zijn blijkbaar
bang voor harde teksten.
Je zou er zo een liedje over kunnen schrijven. Over het verlangen
dat er niet meer is, omdat het bloed niet meer stroomt of kolkt.
Alle liedjes gaan over de liefde min of meer. Liefde lijkt het meest
belangrijke terwijl je niet zonder bloed of adem kunt. De adem zou
meer zijn tanden moeten laten zien, niet zijn zwakke rug. Het bloed
zou sneller moeten koken.
Ondertussen op het kerkhof:
Tussen de dikke takken van de sparren door trok de zon zijn stre-
pen. Een beheerder maaide het laatste gras. Vogels hipten na.
Katten likten vrijelijk hun gezicht. Een bloedend hart telt pas mee.
Daar moet je naar luisteren.
Grrr, ergens daar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *