Nachtzucht

Nap, 2013, boek 109, pagina 51

2013_b109_p51_nap_k

Verdiende rust

Hij keek op zijn klokje. Er waren nog geen tien minuten verstreken.
De stilte in de kamer nam toe. Hij deed zijn ogen dicht, je zelf
steeds aankijken is heel vermoeiend. Je krijgt snel genoeg van
jezelf.
Lange zucht.
Hoe overbrug je jezelf? In vrijwillige stilte?
In een automatische reactie sloot hij zijn mond en ogen, keerde
zijn lange lichaam op de zij. De stilte was nu helemaal hoorbaar.
Met een klap viel hij in slaap. Middagdutjes doen meestal wonderen.
Kort daarop voelde hij de kamer voelbaar verdikken. De lucht hing
zwaar op zijn oogleden. Nu niet spreken, nu stil zijn en niet bewe-
gen, droomde hij. Hij hield daarbij zijn buik in, misschien zou zo
zijn overtollig vet wel wegslinken… in je leven doe je niets anders
dan op je zelf teren, eerst het vet, daarna de rest.. .mensen zijn
keurige kannibalen…we teren op onze voorouders… we laten alleen
onze stront na… nee dat is het niet… ik niet.. .ik laat kunst na, dat
is mijn taal… ik blijf altijd rijk… ik denk dat ik nu geschiedenis maak
en kan dus nooit verdwijnen… grapte hij ironisch dromend door.
Toen spatte de luchtkubus uiteen en werd hij met een schok wakker.
Eindelijk was alles voorbij, hij begon zachtjes met zichzelf te spreken.
De kwetsbare stilte piepte door de kamer.
Lange zucht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *