Eigen afkeer, 1980, bewerkte foto
Twee foto’s
De lucht is aan de koele kant vandaag. We houden het net droog.
Ik voel me onrustig, ga naar buiten. Alles om me heen is mooi.
Ik ga naar een expositie van een bevriende vriend. Hij maakt foto’s
van zichzelf om niet te verdwalen. Wat hij laat zien ken ik niet. Toch
maakt het me blij. Zelfs met dit koele weer.
Ik leer van zijn beelden. Het zijn liedjes die ik niet ken, maar toch
kan zingen. Wonderlijke vriend! Alles gaat over liefde, dat is bekend,
maar er is ook geluk en trouw. Ik wil weer weggaan, maar blijf staan
voor twee foto’s van iets weggedraaide hoofden. Het zijn zijn zaken,
het is zijn eigen afkeer. Het zijn zaken als melk die zuur geworden is,
of brood waar de schimmel op is gekomen. Zulke zaken.
Vreemd om daar bij stil te staan. Ik blijf lang kijken en vraag me af
hoe deze ontheemding aan de wereld afloopt. Er zit iets ongemakke-
lijks in verborgen. Het bakent een plaats af die niet zomaar een be-
ginsel van iets is. Het is een zelfbeeld van andere tijden. Een soort
bovenmenselijke transcriptie.
Hoe lang het duurde weet ik niet meer, maar iets in mij zei me dat
ik nu echt weg moest. Soms danst de ziel als een bom.
Buiten ruist de wind, er is geen enkele vogel te horen.