Zondag, 2013, computer tekening
Zogenaamd zonnig kind
Vroegerschijn, zonneschijn, schijnbare schijn.
Haar jeugd was tamelijk prettig, ondanks de kostschool.
Zij bleef daar tot haar elfde jaar. De kostschool rook altijd naar
etenslucht, natte kleren, stijfsel. Je werd er streng opgeleid in
een aantal regels en verordeningen die haar veelal ontsnapten
en doorlopend geheimzinnig leken. En dan had je natuurlijk nog
de melancholie, vooral in de zomeravonden, je kon dan de slaap
niet vatten. Ergens zat je daar gevangen en je begreep nergens
iets van. De mysterieuze regels grepen je bij de keel.
Zo moest je Engels spreken op donderdag, Frans op zondag, an-
dere dagen gewoon je eigen landstaal. Soms de week daarop juist
andersom, heel vreemd.
Daarnaast zat God nog in iedere hoek en als de zuster floot bleef je
op de speelplaats stilstaan als een trillende jachthond.
Hoe dan ook, op een kostschool leer je veel. Je krijgt een dikke
huid. Ook wakkert het wantrouwen aan en je wordt leugenachtig
om te kunnen overleven. Je houdt er een onredelijke haat voor
zusters aan over. Je wilt later beslist geen kinderen.
Later ging ze naar diverse scholen, kon niet goed aarden, de
vrijheid leek te groot, het wakkerde alleen maar haar fantasie aan.
Veel ruzie had ze met haar moeder in die middelbare schooltijd.
Soms leek de moeder nog erger dan de zusters van de kostschool.
In de tijd was ze nijdig op haar moeder, zo zei je dat dan of je
vond haar bijzonder unfair. Waarom liep haar moeder niet gewoon
de zee in? Waarom had ze überhaupt kinderen gekregen?
Ze schreef toen elke nacht met een kinderlijke overgave die je
later nooit meer terug kon vinden. Dit was de tijd van ontsnappen.
Ze voelde zich niet goed op school, ze voelde zich niet goed thuis,
ze kroop weg in alle eenzaamheid met haar monsterlijke fabels.
Omdat ze nogal onoverkomelijk verlegen was sprak ze met niemand
over haar schrijverij. Haar opstellen op school deed ze op een heel
laag pitje om niet op te vallen. Ze wiste zo elk spoor uit. Niemand
mocht van haar gave weten. Liever een onvoldoende dan echtheid.
Ze hield zichzelf voor een geniaal genie en bleek dat later ook te zijn.
Het liegen bleef haar altijd achtervolgen.
Ze had het altijd over even het Zondagskind bijvijlen.
Niemand snapte waar ze het over had. Ze was een groot mysterie.