Toenadering, 1997, bewerkte foto
Aan de rand
Ze hield het uiteindelijk niet meer uit en zei op die goede dag:
Je hebt me al heel lang niets verteld meer over jezelf!!
Hij keek geërgerd op en nam nog een slok van zijn verse cap-
puccino (wit op de bovenlip) en gaf geen sjoege.
Droom je nog wel eens over me? – viste ze verder.
Ach, dat is al zo lang geleden – mokte hij – ik kan me zelfs dàt
niet meer herinneren. Ondanks het gezucht daarna leek hij
plezier te hebben bij die uitspraak. Zijn mondhoeken krulden.
Zij:
Wat kan je toch prachtig serieus kijken als je dat zegt, terwijl je
gewoon maar iets zit te verzinnen!!!
Graag had ze nog verder willen vertellen omdat ze wist wat hij
daarna nog meer zou verzinnen, maar hij kwam snel op haar
toegelopen en met zijn dunne, maar hartstochtelijke lippen kuste
hij haar vol op de mond. Fluisterde daarbij de rest van nog meer
onzin in haar gewillig oor. Dit klonk oprecht.
Even wist ze weer dat hij geen drijvend lijk was en voelde zich als
een weekdier zonder huis. Heel ongewerveld.
Even later:
Zij zag er mooi uit, omdat ze succes had. In de omgeving stond
ze bekend als de vrolijke, gemakkelijke vrouw.
Dat scheelde.
Wat men niet wist was dat ze van tijd tot tijd als heer verkleed op
avontuur ging. Talrijke vrouwen knoopten een relatie met haar aan.
Ze stotterden alle frustraties over hun mannen uit. Waarop zij dan
doodleuk als een echte hij zei: Dat interesseert me niet, vrouwmens!
Ga weg, je bederft mijn uitzicht!
Men vertrok daarna met een spijtige staart of iets dergelijks tussen
de benen: versierpoging mislukt!
Het gaf haar veel plezier. Haar succes was zo sterk dat het de natuur
ook opvrolijkte. Bladeren glimlachten zich mooi, werden glansgroen.
Natuurliefkozing is o zo mooi als je er oog voor hebt.
Asjemenou zeg 🙂 die durft! Knap schrijven!
A:
durven?
je weet gewoon dat het zo moet!
je kan niet eens anders…
J.