Eindeloos

Stilleven, stil even, 2013, boek 11, pagina 45

2013_b111_p45_stilleven_k

Soort brief

Het is waar, ik heb je lang, lang niet geschreven. Veel nieuws is
inmiddels waarschijnlijk oud nieuws geworden. Ik ben wat ouder
geworden, maar niet ouder dan mijn mededelingen.
Ooit was ik zo licht van jou dat ik ging zweven. Als jongen heb je
dat graag, nu houd ik liever mijn beide voeten op de grond, ik wil
tenslotte niet vallen.
Ik mis je, jij mij hopelijk ook, bij het uur van slapen gaan.
Het welterusten zeggen is een stilleven geworden. Stilleven is nu
stil even. Alle wijsheid ligt onder een dikke deken.
Het besef dat ik leef en niet droom, wil ik met je delen. Is dat wat?
In de dubieuze intimiteit mogen wij best naakt lopen, lijkt me.
Ik gun het ons. De afkeurende, meewarige glimlachen van anderen
doen me niets. Het maakt hun domheid alleen maar groter.
We zaten aan een eindeloze tafel, aten eindeloze taart. Ineens was
die taart op. We zagen onszelf gekauwd en gegeten door een gul-
zige, sponzige mond.
En nu is het deeg binnen en we weten niet meer wat buiten ge-
beurd. Nostalgische vraatzucht bederft alles. Ook aan die eindeloze
tafel.
Vredig zijn de definitieve daden, zeggen ze, maar ik voel me net
geboren en weet niet wat vredig is. Ik leef in het glanzend groen,
waar het licht nog knakt. Mijn stam is nog steeds hetzelfde, ook al
zijn mijn bladeren niet meer van hetzelfde oude.
Ergens aan het eind knaagt en knabbelt het leven.
Dat wilde ik je even laten weten op deze herfstige zondagmiddag,
maar je wist het al, je had het al gevoeld.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *