Opening

Bla Bla, 2000, boek 75, pagina 48

2000_bla bla_b75_p48_k

Volle ruimte

In mijn kop botsen verschillende verhalen. Het leek wel alsof mijn
hoofd vol zat met zwiepende takken. Ik moest flink hakken om
mijzelf weer vrij te maken. Kan mijn innerlijke ekster niet even
rusten?
Het was door de vele mensen lekker warm in de ruimte. De ramen
besloegen bijna. Daar komt zo waar een vrouw aangeveerd. Ze
ziet mijn veel te rode kop. Ik krijg het nog warmer, maar ben zo
zwaar bewaakt door mijn innerlijke held dat ik rustig overkom.
Ze vraagt naar de bekende weg met te veel blabla, waarop ik mijn
wapens even neerleg en mijn onschuld naar voren schuif. Zij drup-
pelt van vreugde, tenminste zo ervaar ik het en wil mij kussen met
haar rozenmond.
Ik zeg: Doe maar niet, mijn prikkelbaard zal je aangezicht schenden!
We moeten er beide om lachen en kussen toch. Van mij naar jou,
grap ik verder. Zij: en andersom!
Ik ben er vaak bij geweest dat kan je zien, ik herinner me iedere
losse scene met het ziedende rood van mijn kop. Ik herinner me
ook de verwondering van de stilte na al het heftige. Ik zie in mijn
leven nogal veel ik.
Verder ziet de wondere wereld zelf ook goed om zich/haar heen.
Op zoek naar nieuwe waarheid komt hij/zij naar je toe.
Na al het rumoer kan je daarna weer in stilte steken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *