Pensionado, 2011, tekening, A4
Grijze droom
Terwijl hij sliep zong een kanarie. Hij was vleugellam.
Een slappe hand had de vogel per ongeluk geraakt.
Als je slaapt weet je niet wat je doet. Je beweegt je op en
neer zonder bewustzijn en knalt dan soms tegen iets aan.
Even later kreeg de kanarie gezelschap van een aantal grij-
ze duiven, zij waren niet bang voor zijn mooie gezang.
Sterker nog, zij bewogen op de maat van het iele geluid en
probeerden tegelijk zijn boze droom klein te krijgen.
De roekoekoeduiven gingen op het gezicht van de dromer zitten.
Het hielp.
Zij schermden hem af, trapten met grote regelmaat daarbij
op zijn kloppende hals. Dat voelde aangenaam en het deed hem
goed, maar zijn droom nam niet af. Je kon de rollende, bolle ogen
duidelijk zien onder de dunne, gesloten oogleden.
Pas toen de kanarie plotseling zweeg en zijn nekje Picasso-
achtig scheef hing, werd hij wakker. Hij zag alles vaag, zijn ogen
waren nog vochtig van de in de droom gehoorde gezangen.
Wij eren de kanarie schreef hij later in zijn dagboek.
Gevolgd door: en haten het gerucht van de slapende hand.