BimBam

Stamboom, 2013, bewerkte foto

2013_stamboom_bf

Plaatsbepalend

In het algemeen zijn mensen goed van aardgeest. Ze vertonen
zonder mopperen hun zonnige schaduwen en zingen het liefst
volkomen naakt.
Af en toe verwondert men zich over eigen afkomst.
Na een lange stilte lieten je minnende verre voorouders elkaar
weer los, het zaadje was geplant. Tussen al het zwart van die tijd
horen hun zilveren oren veel nagereisd geritsel. Het meisje schikt
haar veertjes weer en glimlacht. De jongen slaapt al.

Toch was die daad van ooit plaatsbepalend. Een zonderlinge actie
is gauw gemaakt. Als ik mijn grote adem op laat staan zie ik in
mijn verbeelding dat mijn ouders hun wapens in het gras hadden
neergelegd. De wapens gingen geuren als het gras, net zo als hun
lichamen daarna geurig bitter en zoet werden.
Ze lagen daar luchtig in het luchtige. Hun krullen krulden samen.
Hun wangen werden rood. Hun wereld werd even één. Een nazomer
doet soms een kreupele vogel opvliegen.
Zo moet ik ongeveer ontstaan zijn die zomerse dag.
En later zong ik wild onder de wolken. Mijn voorhoofd was vol en
moest geleegd worden. Men keek verwondert en schudde het hoofd.
Nog later liet ik de tafel duizelig dansen. Zandverstuivingen vlogen
heen en weer. Men waarschuwde mij vergeefs en ik spartelde ge-
wiekst weg langs een wankele wenteltrap. Verderop lag immers de
open wereld. Mijn wereld.
Buiten het zicht raapte ik mijn vrienden op. We waren vaak in de
dolle dauw van de vreugde. Alleen de zon en de maan waren getuige.
Veel later na een web vol ragfijne ellende weet ik waarom ik naam-
loos ben gebleven: ik was te bloemrijk, had te veel bimbam kennis

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *