Over X

De verzameling, 1999, tekening, 50 x 65 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Wilde haren, wilde jaren

Het is laat, maar niet te laat. De nevel is bijna opgetrokken en hij
denkt aan zijn meiden. Omdat het vriest kraakt en knettert het in
de buurt van hun billen. Soms zie je zelfs een vonkje spatten.
Als oprechte verzamelaar is hij niet eenzijdig blind. De winter maakt
mensen wulps, weet hij, ze zijn op zoek naar een welkome warmte.
Het gemoed is moedig en probeert van alles. De kou moet en zal
verdreven worden.
Als de liefde het lichaam vindt en het bloed laat brullen, dan is dat
het beste medicijn tegen de kou. Laat je gerust overweldigen, ik
weet: valse kopschuwheid is vaak hardnekkig, laat je gaan, het duurt
echt niet te lang.
Toevallig hoort hij een vindbare geest (toevallig?). Die had al een
tijdje op het blinkend licht gelegen, zag er mooi, vers verlicht uit. Hij
wil hem een passende naam geven, maar kan even niets bedenken,
wordt ook niet aangeblazen door iets van buitenaf.
Zo ontstaat X.
X is haast doodgeknuffeld door alle aandacht en lijkt wat moe.
Voorzichtig benader ik zijn beeldend leven. Hij vertrouwt me, ik
krijg niet de zak. Uit gewoonte vertellen ze elkaars leven en hebben
ondertussen veel lol. De tijd wordt tijdelijk.
Hij raakt in vervoering en zegt: kijk toch eens wat de breedgeschou-
derde begeerte doet…het ziet er zo welverzorgd uit…
Hij weet niet wat hij daarmee wil zeggen, maar het klinkt X goed in
de oren. X zegt: laten we daarom niet meer troosteloos morrelen.
Ook dat is een vreemde flardzin. Is dit wel een gesprek? Tot in de
botten van mens en geest is er ondertussen een hoopvolle verwach-
ting ontstaan. Een gezonde spanning danst cryptisch op een hoger
plan.
Nog even wachten op de zon. Die kneedt alle kennis tot een meer
dan aangename warmte. Hoezo winter of koude dagen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *