Vijvervrouw, 2005, acryl, 100 x 80 cm
Groenige brei
Er zijn een heleboel verhalen over het kroos op het water.
Kroos is de roos van voorwerpen. Kroos is een onzichtbaar persoon,
het wandelt in de woeker. Dat heeft God zo beslist.
Kroos is overal waar het rustig is.
Pak je een handje vol kroos, dan zie je bij nauwkeurige bestudering
dat het niet erg bijzonder is, eerder iets smerigs en je kunt de kroosjes
ook bijna niet uit elkaar houden. Het is alleen mooi als een groot
geheel, als afdekkende laag op een plas. Kroos ontspiegelt.
Voor kroos zijn alle mensen gelijk. Kroos heeft altijd toekomst, is niet
uit te roeien het laat zich graag leiden door de wind.
Kroos zegt nooit waar staat je huis. Het doet er niet toe. Kroos heeft
niets met huizen. Of ze moeten eerst ondergelopen zijn. Dan volgt
hij de aangeboden openingen.
Kroos houdt van sprookjes met het idee hier keren wij werkelijk terug
tot onszelf. Het zijn diepe, banale sprookjes uit iedere eeuw.
Kroos vindt zichzelf een tapijt, een vacht die uit het water is gegroeid.
Het tapijt is een waterweiland waar we niet op kunnen lopen.
We hopen dat kroos nog iets voort zal brengen. We bidden dat de
aarde dan even zal zwijgen.
In ons hart zijn we altijd een beetje onzeker, bang voor het kroos
dat ons vroeg of laat zal pakken.