Broken halves, 2014, bewerkte foto
Van alles wat
Als het aan haar gelegen dan was ze niet als vrouw ter wereld ge-
komen. Later kon ze wel haar naam kiezen, maar niet haar geslacht.
Ik ben per abuis geboren in een verkeerde lichaam, dichtte ze ooit.
Als dichter at ze haar verzen op, een mooie manier om de woorden
te onthouden. Haar of beter zijn trektocht door de poëzie was bru-
taal. Ieder masker werd afgerukt. Ieder beschermende hand beet
ze/hij af. Haar/zijn leven werd in eigen bijzijn verstrooid.
Heel vredig. Als het leven een benauwde ketting was, was haar/zijn
dichtkunst volgens eigen zeggen een oneindige ruimte.
Over honderd jaar zal men zeggen: ze wilde een man zijn en heeft
gefaald, ze wilde dichter zijn van wie men kon zeggen dat ze abuis
was geboren met het vrouwelijk geslacht, maar ze heeft alleen ge-
schreven over angst en dood.
Ze heeft gefaald.
Ze was een zuipschuit en een diepe roker. Onder haar wodkalucht
schuilt een verkwister. Ze klaagt iedereen aan die zich niet meer
kan verdedigen. Ze wil met haar bloed het bloed van de familie uit-
spugen. Roerloos en stil staan haar starre ogen, klaar voor de aanval.
De rook van de illusie is flink opgezogen tot in de hals.
Ze heeft gefaald.
Alleen een kop sterke koffie kan haar nog een ander aanzien geven.
Naar mijn idee speelt deze dichter met de wormen uit de zwarte doos.