Diagonaal

Leeggelopen tekening, 2013, boek 111, pagina 6

2013_b111_p6_leeggelopen tekening_k

Schaamwerk

Mensen die zo snel en diagonaal lezen als ik, maken van samen-
werk gauw schaamwerk en het hoofd is gelijk vol en op hol.
Zo kwam ik op een tekening die zich leeg huilt.
Een onmachtig werk ontlaadt zich en laat een grote leegte na.
Wat ik eerst een naam gaf is nu werkelijk titelloos. Alles is damp
en laat zich niet meer rubriceren.
Een leeggelopen werk in een volle ruimte kan mooi zijn. Dan zie
je pas alle naaktheid rondom. In een luchtige ruimte is het altijd
mooi weer en is het witte wit witter dan ooit. Hier dringt de dichter
door tot de aarde. Zijn aarde. We gaan met aandachtige gezichten
zitten en wachten af.
Met de vlechten van wierook is de ruimte voorzien van een voile.
We gaan met lome oren luisteren naar de hitte en de duisternis.
Heel misschien ben je zelf even een lichtvlek in de ruimte. Je bent
even opnieuw geboren en voelt je buitenissig.
Toen stootte ik mijn uitpuilende buik en was gelijk weer wakker.
Mijn werk was niet leeggelopen, mijn lichte doofheid van de droom
ebde nog licht na in mijn lijf.
Toen zei ik zonder na te denken: ik ben het gat in eigen glans.
Dat was genoeg voor de hele dag.
Pas op de avond voegde ik er aan toe: die al mijn gangen volgt.
Het klinkt goed.
Eerlijk gezegd snap ik het nog niet helemaal.
Daar hoef ik me niet voor te schamen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *