Oude vlam, 2014, bewerkte foto
Bekentenis
Voor mensen die niet kunnen spreken zijn kleren een soort van
taal. Dat ervaren ze als heel prettig draagbaar, het is een toneel-
stuk dat ze overal bij zich hebben. Alles zit als het ware in hun
eigen foedraal. Ze ervaren het niet als iets tweede rangs.
Het leven veranderen in een toneelstuk vinden ze niet gezond.
Mensen van de grote wereld doen dat allemaal anders, zij hebben
eerst een beeld van de zee voor ze de zee zien, zij lezen eerst
over de liefde voor ze liefde bedrijven. Goed belezen en bewapend
mengen zij zich in de massa en de maneschijn doet de rest.
Over maneschijn gesproken:
Toen ik een jaar of twaalf was wandelde ik eens bij maneschijn met
een clubgenootje door de min of meer verlaten straat. Alleen de
straatlantaarns volgden ons met steeds inhalende schaduwen.
Zij was ietsje ouder dan ik en ze zei: “Ik hou veel van jou, maar ik
weet niet welke gevoelens jij voor mij hebt”.
Het klonk wat plechtig in mijn jonge oren, maar ik was zeer verguld.
Dus antwoordde ik:’ Ik ben…buiten mijn moeder ben jij de enige die
ik heb”.
Dat sloeg in zag ik, ze was diep onder de indruk. Ik ook. Aangenaam
verward is prettig nieuw.
Zo’n moment is onvervangbaar.
Telkens als ik er aan terugdenk ben ik ontzet, temeer omdat ik de
waarheid sprak, niet loog.