Negatief persoon, 2006, acryl, 100 x 80 cm
Vol grijs
Op een koude Februarimorgen heeft iedere eik behalve kou ook
verdriet. Uit alle richtingen waait de scherpe wind, je weet het
nog vanuit je kinderjaren.
In een pijnbos, in het noorden, rommelt de aarde dwingend.
Iedere boomstam zoekt het licht alsof het een drank is. Het is van
het duister zweept de wolven op, terwijl het hart zich grijs huilt.
Hoor je dat?
Mijn geliefde wil dat wij hand in hand oud worden, maar zo lang-
zamerhand gaan we gewoon de winterslaap in. De nieuw geweven
tijd laat zijn doodknoop voorzichtig zien. Straks zijn we als een on-
voltooid gedicht in plaats van een roos van tijd.
Hoe grijs kan een mens zijn, worden? Hoe word je lid van de club?
Als je ogen altijd op stille kerst staan, ben je dan volledig grijs?
Ook als de vreemde, grauwe dode geur al aan je hangt?
Kijk maar eens flink rond, je hebt er zo een aantal leden te pakken.
Gooi geen bloemen op hun graf, ze willen steeds meer aandacht,
ze zijn zo onverzadigbaar als zware alcoholisten.
Ineens schrik ik wakker door de gong uit het oosten. Ik ga open
en klink nieuw. In de spiegel is dit ogenblik eeuwig, omdat mijn
poort altijd open staat naar zee. De zee van tijd.