Verlichte man, 2014, bewerkte foto
Binnenman
Hij is net in zijn eigen grot afgedaald en hoort de klokken van de
schaduwen jammerlijk klagen. Zijn haard vouwt een vlam in het
hoofd en dooft alle andere gedachten.
De innerlijk gloeiende paden, langs de zwart bevroren beelden,
houden de adem van de maan even stil. Vogels kijken zwijgend
toe.
Alle tongen van de kwade wildernis hebben nu iets te zeggen.
Ginds is de bron van de tienduizend lippen, die zullen straks alles
in beweging zetten. In deze duisternis is deze binnenman een
eenzaam anker in een versteende zee, zijn grot.
Pas als het masker van de zucht is geboren komt het licht weer in
de ogen. Hij speelt met de elementen of beter, de elementen spelen
met hem. Zij ogen zijn omgesmolten tot stem en gaan onvruchtbaar
rond. Hij danst en verdwijnt om later zingend doorschijnend te zijn.
Alles is mogelijk. Alles is zo schoon als de hand die kan wuiven,
zonder naar afval te ruiken. Een andere krachtige hand houdt
het hart vast, zodat het niet hard wordt.