Soort idee, 2013. bewerkte foto
Hé, jij daar!
Als ik reis, begeef ik mij het liefst op straat. Meestal slenter ik maar
een beetje rond. Geef mijn ogen goed de kost, maar het blijft doel-
loos. Wel noteer ik alles wat mij invalt, opvalt of ontroert.
Liever zit ik ergens buiten op een stoeprand dan ergens binnen. Pas
als het echt te heet is, zoek ik het koele café.
Sommige cafeetjes hebben iets wat aantrekt: de voorgevel ontbreekt.
De houten schotten zij opzij gezet, zodat je een goed overzicht hebt
op het straatbeeld of nog mooier: op een rustig plein.
Rustig vanuit je comfortabele stoel, nippend aan een glaasje, zie je
de wereld in een notendop voorbij schuiven. Op dat moment is het
nergens mooier.
Ik denk niet dat mijn observaties neutraal zijn. Er is vaak sprake van
interactie, ik zoek dat vaak op. Het is mijn tweede natuur.
Overal ter wereld waar ik me vertoon, bescheiden opgesteld of niet,
verbaas ik bewoners en passanten met mijn wijzende vinger.
Altijd wil men weten waar ik vandaan kom, ze kunnen het niet spon-
taan raden. Meestal denken ze dat ik uit een buurland kom. Die con-
clusie is gebaseerd op de gedachte: kijk, hij lijkt op ons, maar toch
is hij anders…
Soms denk ik wel eens dat mensen daarom van mij houden: ik lijk
te veel op iets wat ze al kennen van zichzelf.
Het wordt tijd daar iets aan te doen.