Fantasma, 2005, acryl, 100 x 80 cm
Interieur
Naar de muren wordt altijd gekeken, daarom moet je er schilderijen
en andere decoraties aan hangen. Alles moet stijlvol van kleur en
goed van structuur zijn.
In een huis zien we nooit de grond, we zien alleen de vloer, bekleed
met tapijt of hout. Als we bij uitzondering de echte grond zien, aarde,
dan hebben we met een purist te maken en dan moeten we medelijden
hebben met de eigenaar van zo’n huis.
Grond is wel erg belangrijk, zelfs het kleinste lapje grond maakt je blij.
Alles is tenslotte uit de grond voortgekomen. Het enige waar een mens
bang voor moet zijn is als de grond zich gaat vervelen, dan gaat hij
geeuwen of zoiets, met alle gevolgen daarna.
Sommige mensen worden van een schoon huis erg onzeker. Het geeft
hun het gevoel of ze een groot toilet binnen komen, wat ongevraagd
een vervelend gevoel geeft.
Een schoon, fris huis geeft in het algemeen ruimte en kracht.
Thuis zijn alle dingen in hokjes verdeeld en als we moe zijn gaan
we op een stoel of bank zitten. Nog net niet naar bed.
We doen de luxaflex, een heleboel oogleden die open en dicht kun-
nen, dicht. Sluiten ons af voor de donkere buitenwereld en de ver-
halen komen binnen:
Zo was er iemand die een nieuw huis heeft gevonden. Hij gaat het
opknappen, zet er netjes een slot in, alles loopt op rolletjes.
Buiten bekijkt hij in volle tevredenheid het knappe resultaat.
Onverwachts slaat een windvlaag de deur dicht. Nu pas weet hij
zeker dat dit slot het huis uitstekend afsluit, hij kan er niet meer in.