Omzien, 2005, tekening, A4
Geschiedenis
De volgende dag kijkt hij zichzelf met een ander oog aan. Er schiet
een ouderwets woord voorbij: nijdig. Nijdig is hij op zijn opgezwollen
gezicht. Het jeukt enorm. Woedend verschijnt er rondom de mond
een rood-roze snor. Afblijven! Je mag er nooit aan zitten te krabben,
dat maakt alles alleen maar erger (zegt moeder) en het zal nog
langer gaan duren voordat het over is. Handen op de rug!
Met zijn vijftien jaren besluit hij een enorme historische roman te
schrijven. Je moet toch wat. Het moest iets worden met alle beroemde
mannen die hij kende . Alle grote veroveringen in één groot, dik boek,
daar had men vast veel behoefte aan! Leerzaam!
Het ontsnappen aan de jeuk drijft hem op die weg. Met kinderlijke
overgave maakt hij lange dagen achter zijn schrijftafel. Hij voelt
zich af en toe zelfs goed en denkt dat hij beslist een nog niet ontdekt
genie is.
Ineens begint het eczeem te huilen, alle blaasjes barsten open en
een vies, gelig vocht stroomt op het net beschrevene. Al het recent
gecreëerde verdwijnt als sneeuw voor de zon. Heel de geschiedenis
is in één keer uitgewist. Een hele opluchting volgde.
Op dat moment is hij volwassen geworden.
Dat is pas geschiedenis.