Stilstaan

Jelita, 2010, schets

2010_jelita_schets

Binnenkant

In het zevende jaar van haar lot had haar lichaam zich eindelijk
aangepast aan haar beslissing niet langer te schrikken. Vooral niet
midden in de nacht. Weg met die ongewenste stuiptrekkingen!
Meteen kreeg ze meer inzicht in haar eigen binnenkant. De rust
kwam terug.
Vroeger waren haar springaders altijd vol en doorzichtig rood. Ze
rilde constant als een nerveuze dagvlinder. Veel te veel last van
gemene reïncarnaties. Aan de weerskanten van haar wervelkolom
was het steeds hommeles. Ze raakte er moe en uitgeput van, had
het gevoel dat een ander haar leven leidde.
Een ander had haar sluipend veroverd en haar een nieuw geluid ge-
geven. Heel naar. Hoe ze zich ook binnenstebuiten keerde, ze bleef
raar doen en schrikken. Soms leek het zelfs dat die ander haar ge-
zicht half had weggevreten. Haar lijfwater was verkeerd ververst.
Diep in haar buik kon je het horen borrelen en zingen.
En hoe had ze die plaagkwaal onder de duim gekregen zul je je af-
vragen. Dat was eigenlijk vrij simpel: nadat zij alle bescherming en
veiligheid had opgegeven maakte ze haar rechter wijsvinger nat en
stak de nattigheid vervolgens in de zoutpot en proefde voorzichtig.
De smaak was zeer gerijpt en had tot gevolg dat ze twee maanden
niet kon eten.
Opvolgend was de kwaal over.
Soms moet je letterlijk stilstaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *