Puber, 2013, schets
Van opzij
Het was in de tijd dat het geluk hem kwam overstromen. Hij hoef-
de niet langer te dromen. Alles was in stilte opgenomen. Hij had
er niets van gemerkt. Achter de scheve kozijnen rafelde de vitrage
niet langer meer, alles was recht en waar.
Overigens was hij niet verbaasd, het lag ergens wel in de lange lijn
van machtige mogelijkheden.
De tafel bleek gedekt, kastjes hingen zonder verval aan de muur.
Smakeloos fruit was hier niet welkom. Spoedig zouden hier alle
tongen dansen, dat voelde je gelijk in deze ruimte. Het enige wat
men van je vroeg was je te gedragen als een profiel. Meer niet.
Nooit van voren benaderen, altijd van opzij, op z’n Egyptisch. Een
kleine moeite zou veel wolkenwagens in beweging zetten. Ineens
in andere sferen was al om de hoek, dus snel bereikbaar.
Als het vuur uit de ogen komt worden de fratsen vanzelf wrakken.
Ze doen maar, nee, ze doen raar, van hot naar her.
In de achtergrond viert een ouder profiel, voordat het met gebroken
ogen is uitgekeken, nog zijn slampampend luchtje. Het lijkt er een
beetje op dat de laatste keuze op gekte is gevallen.
Dat zal het lot wel zijn.
Toch wel mooi allemaal. Hier leeft de opheffing van weerstanden,
wat in het algemeen rust betekent. Hier hoef je niet voorzichtig je
weg te vinden tussen de glazen aan scherven. Hier kan men uren
zoet verschuiven.
Hier prakkiseert men niet langer grauw en grijs. Hier zie je neer op
jong meesterschap.
Het totaalbeeld likt en krijgt zijn prijs.