Stappen in onwaarschijnlijkheid, 2013, schets
Mijn mensje
Op dinsdagavond nam ik afscheid van mijn vriendin. Het was beter
zo. We vonden niet meer de goede woorden en wat nog erger was:
ze loog alles bij elkaar of zoals ze dat zelf zei: ze fantaseerde.
Verkeerde woorden, verkeerd moment.
Ik verstilde zonder het te willen.
Mijn vriendin verklaarde de taal officieel dood. De taal was niet
langer meer haar instrument, het was haar dwangbuis geworden
waaruit ze zichzelf wilde bevrijden. Ze wilde herbaren, wat dat
dan ook maar mocht zijn. De dood van de taal was de komende
tijd haar ding. Lastig voor mij, ik leefde voortaan in een grote,
eenzame onwaarschijnlijkheid.
Ze kocht een filmcamera en was automatisch filmmaakster geworden.
Alles zat nu tussen record en stop. Ze maakte kunst, dat leed geen
enkele twijfel. Ik werd weggestuurd als ik belangstelling toonde.
Haar eerste film ging over een typemachine waarin te zien viel hoe
ze wreed met een schroevendraaier alle letters uit het toetsenbord
wrikte om het daarna met een hamer welgemikt te verbrijzelen.
Vervolgens begroef ze alles in de tuin alsof het lelijke lijken waren.
De grond werd flink aangestampt.
Het wachten was nu nog op applaus (wat nooit overdonderend
genoeg kon zijn, met bloemen overgoten zou ze zich waarschijnlijk
nog miskent gevoeld hebben). Mijn zoete woorden hielpen niets.
Ik ging ineens voor haar staan en schreeuwde: Ik wil mijn mensje
terug!
Nog geen tien minuten later lag ik naast haar in bed.
Soms moet je je laten horen. Tegen alle willen en wensen in. Dan gebeurt er tenminste wat
Bij deze!!