Nachtwacht, 2013, schets
Niets
Aanwezig afwezig. Dat klinkt paradoxaal, maar die vreemde aan-
wezigheid doet er juist toe. Niet volledig aanwezig zijn, wel terug-
gebracht tot de kern, dat minimale is obstakelvrij.
En dan?
Dan maak je gebruik van de leegte, niets ligt nog op de loer. Het
is zoiets als eeuwig, maar dan anders. Mens en ding vallen samen
tot een mooi moment. Zonder woorden is zonder voorwaarden. Je
bestaat om te bestaan.
Volgens haar was het haar essentie, dat afwezig aanwezig zijn.
Niets mis mee. Ontmoetingen worden niet langer belemmerd. In
uitgewiste toestand zien anderen je tenminste niet bloot.
Dat verdwijnen in de leegte geeft alles een kans. Niets is iets, het
is een kwaliteit van zien. Misschien zie je alles in gedachten op-
komen, misschien is dat wild denken. Wild denken hapert niet,
het schetst en staat altijd in de kinderschoenen. Bij het wild denken
voel je je absolute nabijheid, je voelt dat je ergens moet zijn. Alles
is op een vreemde, indrukwekkende manier met elkaar verweven.
Dit alles zou je ook kunnen samenvatten met de zin: Ik omhelsde
haar, ik was helemaal stil en zij was helemaal stil.