Man en schaduw, 2013, schets
Sommige dagen
De stad was in de greep van een druilregen, men had haast.
Hij wilde snel thuis zijn en iets groots verrichten. Hij zou beginnen
om de aanzet te vinden voor zijn beste roman aller tijden (hij
schreef er nog geen). Dat lukte niet.
Zijn adem werd te veel afgesneden, klaagde hij. Ego’s kunnen
nogal beklemmend zijn. Alles was aanwezig, stapels papier ter
grote van een volwassen atlas schreeuwde blanco.
Toen wist hij wat er aan schortte: hij had nog geen schrijvers-
naam!
Hoe deden anderen dat eigenlijk? (Vul maar in: alcohol, seks,
nicotine, reizen, kluizenaarschap…) Kortom er gebeurde niets.
Met een langgerekte zucht blies hij de rook uit. Omzichtig prikte
hij met een pen kleine gaatjes in het papier (een blinde zou het
kunnen lezen?). Daarna vouwde hij het papier heel rustig om en
om tot het kleinste formaat, gooide het met een sierlijk, beheerste
boog in de bijna volle prullenmand. Het lukte. Raak! Score!
Even later: Je kunt je hele leven lang mooie zinnen maken, maar
nooit tot een boek komen, bleek waar.
Er is niets nieuws onder de zon, alles is al verteld, is niet waar.
Daar hoef je geen grote lezer voor te zijn om dat te weten.
Hij knikte onbewust instemmend.
Koffie?