Eerst niets, 2013, schets
Herfst
Ik hoorde je laatst iets zeggen, je oude vriend is weg en de nieuwe
ook al. Niet dat ze weg zijn, maar ze galmen niet meer.
Ik zei: dat zal de herfst wel zijn.
Bedrogen worden is ook niet leuk, voegde ik er nog aan toe.
Je terugblik deed me verder zwijgen.
Na de bedenktijd om was, bleek er niets meer te zijn. Heel raar na al
die zomerse tinten ooit. Alle anekdotes zijn nu helaas plompe woorden
geworden, je kan er niets aan doen. Het is een feitelijk feit.
Het ene is verbluffend snel afgedaan, het andere balanceert misschien
nog op de rand van het adorabele. Een nieuw bod is nog niet gedaan.
In de herfst valt alles neer om in de lente weer op te staan om de
loskomende tongen onvervalst te laten rollen. Alle verzamelde tinten
gaan dan weer een eigen lied zingen. Je kan niet wachten, maar moet
toch geduld hebben.
Op dit moment kan ik ongeschonden allerlei praatjes in je hoofd laden.
Het komt er niet in. Je hersens zijn een woordeloos stilleven geworden.
Je bezoekkamers blijven leeg.
Als ik je vlezigste schaal zoek voel ik een snoeimes.
Ik weet, ook ik moet geduld hebben. Het veelbesproken hoofd doemt
wel weer op.