Fool on the hill, bewerkte foto, 2014
Tijd om tijd
In mijn schaduw staat diegene wiens schaduw ik ben. Dat zag ik
als kind al (schaduwen haalden me zelfs in). Het schaduwbeeld
wiebelt zachtjes met zijn hoofd alsof hij bijna een nee wil zeggen.
Het hoofd is niet meer wit, maar kleurt naar rood, ja, hij is ietwat
ontstemd of houdt zich enorm in. Ik kan amper door mijn spleet-
jes zien.
Achter mij staat degene die mijn schaduw is. Ik ondersteun zijn
rug. Dat doe ik graag, ik ben van nature een behulpzaam type.
Zijn lichaam zwelt op tot een grote, zwarte vlek. Hij zucht in de
wind, dreigt te vallen.
En nu zit ik in mijn gedroomde stoel. Ik kan helemaal ronddraaien
als ik dat wil. Een zuchtje wind brengt mijn hoofd aan het wiebelen.
De tijd wil de tijd pakken.
Ik wil de tijd pakken, anders pakt de tijd mij.