Schildersangst, 1991, A4 tekening
Creatief
Als ik aan het werk ben, ben ik een drafhond. Een soort Schotse
collie. Ik draaf om de woorden heen als om schapen, om ze een
bepaalde richting in te krijgen. Woorden moet je bewaken, anders
vliegen ze alle kanten op. Woorden willen rennen.
Ik ben dus een beste schaaphond. De woorden gehoorzamen mij.
Alles blijft zo helder, al is de grondtoon vaak wat weemoedig. Ik
zit met mijn neus op de grond, maar kan ook hoog springen en
zien als een helikopter. Het is een gave, je kan er niets aan doen.
Nog erger: het geldt niet alleen voor de woorden, ook als ik iets
op papier of doek verbeeld ben ik ook die schaaphond. Pas als
ik van binnen een groot JA hoor, geen mwwja, pers ik het raadsel
eruit. Na een begin kijk ik hoever ik kom, houd daarbij mijn neus
op de grond. De rest gaat vanzelf, af en toe even wat snoeien en
vooral flink aanrommelen. Ik ben altijd benieuwd wat ik, als een
soort tuinman, kan opkweken.
Nieuwsgierigheid is mijn grootste drijfveer. Nieuwsgierigheid heeft
geen stekker, dus ook geen storing.
Papier en verf kennen ook geen storing.
Mensen wel.