Het ene na het andere jaar, 1991, A4, tekening
Stoffig praatje
Hij leefde als een roos van voorwerpen, als stof. Stof is een on-
zichtbaar persoon, het wandelt rond alsof het doof, stom en achter-
lijk is en als het daalt, landt verdeelt het zich weer in je hoofd.
Stof is overal, dat is de mooie kant ervan. Wat je ook bent, op een
dag zul je tot stof wederkeren, dat is zo beslist, je hebt geen keuze.
Als je een laagje oppakt en bestudeert in de palm van je hand, dan
is het eigenlijk niet veel zaaks. Zodra iets stof is geworden, maakt het
niet meer uit of het mooi of lelijk is. Stof is stof en voor stof zijn alle
mensen gelijk. Kijkend naar mijn handen, zie ik de stof van de toekomst.
Stof houdt mij vast en geeft me tijd op alles.
Omdat niets is uitgezonderd hoeven we daar niet verdrietig over te
zijn. Stof laat zich door de wind vervoeren naar de juiste plek. Stof
is altijd zichzelf en vraagt nergens om. In ieder dialect klinkt stof het
zelfde, dat kan toch geen toeval zijn?
Nu nog even vergaan…ik bedoel verder gaan.