De doorbraak, 2011, computertekening
Doorbraakdag
Geloof en onhoudbare pretenties horen bij elkaar.
Een mens gelooft graag in een zinvolle samenhang.
De kleinste dingen krijgen dan een prettige plaats. Er komt orde,
kosmisch of niet. Zo maak je iets groots om zelf weer klein te
worden. Eeuwenoud is dat gevoel al, de herhaling regeert.
Ongelovigen noemen dat Gods Gymnastiek hoorde ik laatst.
Het was op een enorme druilige dag. Honden jankten de hele nacht
van ellende door. Echt weer om je hersens te spoelen, je hoefde
alleen maar je kop uit het raam te hangen en binnen vijf minuten
was je compleet schoon door de aanhoudende druil.
Toeval, noodlot of persoonlijke verantwoordelijkheid – die drie
draden kruisen elkaar onophoudelijk, waaieren steeds wijder uit
naarmate je ouder wordt. De knopen zijn duidelijk voelbaar per
persoon of je moet erg bedolven zijn onder te veel en vooral foute
eigen dunk. Dunk maakt je doof, knopen worden alleen maar dikker,
ze knagen niets door. Je groeit achteruit.
Ik geloof liever dat het wezenlijke aan de oppervlakte ligt.
Je kunt het zo grijpen bij grote ontspanning.
Het leven is heel simpel eigenlijk.
Precies.