Verkeerd moment, 2008, tekening, A4
Vreemde wandeling
Hij bladerde wat in een zwart gekartonneerd schrift met linnen rug.
In stijve, keurige blokletters stond op het gelinieerd papier:
staand lopen
met gesloten ogen
het strottenhoofd stamelt
bewegingloos
vluchtende vliegen vonken
het bos brandt
alle kleur is weg
de natuur hoort zwart-wit te zijn
totdat de wekker rinkelt
de ware werkelijkheid
is halleluja anders
Sinds zijn tiende schreef hij alle dromen al op. Het was zijn tweede
ik geworden. Zonder dromen viel er niet te leven.
Hij tuurde net iets te lang in de spiegel. Zijn zware wenkbrauwen
gingen ervan omhoog. Wederom dacht hij aan zijn mooiste kinder-
tijd, toen alle woorden nog nieuw waren. Je legde daardoor de
vreemdste verbanden.
Zo had hij wenkbrauwen altijd als wekbrauwen verstaan. Die waren
er om je na de slaap wakker te maken, ze wekten je brauwen. Geen
idee wat die brauwen eigenlijk waren. Vast iets heel nuttigs.
Morgenavond droom ik weer verder – zei hij hard op in de spiegel.
Hij kon zichzelf flink overtuigen en verheugde zich nu al op zijn zwart
wit loopje.