Eerst het oog, 2006, schets
Land van raar
Hier wonen de stoffige mensen die denken dat ze dagen woest zijn.
Zij dromen van de grootste dagen, leven in waanland en laten de
mensen die op pad zijn passeren.
Ik leef, schrijf en zie dat ze zich regelmatig lam drinken. Mijn oog
ziet eerst, daarna denk ik pas. Ik zie dat de oude vrouwtjes, die
Gods uitverkoren Volk waren offers moesten brengen van Het Bloed
van de Lam, maar ze hadden geen lam, dus vermoordden ze een
prachtige witte kat. Het had geen enkel effect, ze hadden beter zich
zelf kunnen offeren, ze stonden toch al met één been in hun graf.
Om de hoek woonde een vrouw met haar dikke roze borsten, die ze
regelmatig aanbood in ruil voor een sigaret (liever twee, ik heb ook
twee borsten).
Hier zijn de mensen meestal los van de grond en hebben geen per-
soneel. Ze lachen veel, spugen in het bier.
Al die zonderlingen, vreemden en mooien houden niet van parfum.
De wereld ruikt zo al mooi genoeg. Deze mensen leven in het stof,
zijn al half vergaan in wezen. Zij schrijven zelfmoordbriefjes, maar
doen niets voor het gebroken hart. Zij zijn te moe voor alles.
Alles droomt zich hier een slappe weg.