Vermomd

Non-brainer, 2008, boek 99, pag.37

Oude jonge jongen

Als kind voelde hij iets heel merkwaardigs: het verleden is oneindig!
En het heden was ook verleden, maar dan vermomd…!
Het was om gek van te worden. De tijd viel als een guillotine omlaag.
Niks was meer nieuw! Alles was al gedaan!
En wat moest je dan met die losstaande dingen zoals: niet meer en
nog niet? Tijd moest wel een woest onkruid zijn voelde hij.
Zijn ziel dacht er net zo over. Aan tijd heb je eigenlijk niks, tijd
is te rekbaar en vervliegt snel.
Aan de andere kant was het dan ook zo dat eigenlijk niets echt voorbij
ging. Ook liefde en haat niet.
Had het dan nog wel zin om te blijven leven?
Zijn voor altijd kinderhoofdje moest te veel verwerken en gedroeg
zich als een panische spin die op en neer langs de rand van de goot-
steen rent. Het water zou hem zo weg kunnen spoelen.
Iets later:
boven de tuin van de ouderdom scheen de maan van de kindertijd steeds
helderder. Er was geen heden, laat staan een vermomd verleden.
Hij leefde in omgekeerde tijd.
Alles stond in het teken van de jonge jongen.
Hij hield van degene van wie hij altijd had gehouden: hemzelf.
En daar was niks mis mee.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *