Poespas

Afraid of Maybe, 2013, boek 110, pagina 2

2013_b110_p2_afraid of maybe_k

Nachtman

Hij had er veel tijd doorgebracht. Vroeg zich nooit af wat er nog
verder in het leven was, omdat hij nu eenmaal slecht kon kiezen
tussen zijn vele ikken.
Dus besloot hij zich op te delen en gesplitst te functioneren. Dat
zouden meer mensen moeten doen – vond hij.
Anderen vonden hem een vreemde man met vele tongen. Hij had
altijd wel iets te zeggen, gevraagd of ongevraagd.
Hij was een patserige poespasverteller, die een hekel had aan het
woord misschien.
Als iedereen weg was veegde de schrijver alle weggedichte ikken
van de tafel, voelde daarbij kort aan zijn strot, want daar zat zijn
hart voor de mond. Het was een echte tic geworden.
Opvallend genoeg trok hij hierbij zijn eigen gezicht. Heel even maar.
Te lang zou hen niet goed doen, hij zou niet meer kunnen dromen
en dan was zijn leven waardeloos geworden.
Flarden van een droom kunnen hardnekkig door je hoofd blijven
spoken, alsof je het allemaal echt hebt beleefd. Voor opheldering
zou je dan je hersenschroef tot het diepste moeten aandraaien.
En dan weet je nog niks zeker omdat je weet dat er nog meer kan
zijn.
Hoe weet je fantasie van werkelijkheid te onderscheiden?
Die willen zich toch alleen maar vermengen!
Zo kan een charmant keffertje van een luchtbel altijd wel iets maken.
Hij doet dat expres, want hij is dol op goedkoop succes. Fortuinen
worden snel verdiend. Niemand neemt een speld om door te prikken.
Zo kan het gebeuren dat hij roem krijgt.
Omstreeks zijn dertigste is hij een auteur van naam, zij het dat die
naam, afgezien van zijn toneelwerk, op niet meer dan twee boeken
is gebaseerd.
Hij: Nu wist ik op mijn vijfde al dat je een heel leven aan één of
twee werken kunt wijden…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *