Vervreemding

Ziekenhuisschets, 2015, schets

2015_ziekenhuisschets_k

De gedachte loopt

Ik draai triomfantelijk een hoek om, op naar het verre volgende
stuk en verscheur alle entreebewijzen, ik ben er immers al.
De sneue snippers dalen als zieke duiven, krullen op van heimwee.
Ik sluit mijn ogen, loop automatisch, een blinde weet de weg altijd.
Onderweg stapt de herinnering vaak in. Ik zie iets en verdwijn in de
spiegel.
Verderop kom ik, steeds verderop en mijn lijf heeft zich helemaal
met mij verzoend. Voor even en dat is genoeg. De wind slaat om
mijn oren. Dit is een mooie ademtocht die me doet leven, regels
worden afgelegd. Zon en wind, het wist de ogen open. Het maakt
je zo anders, zo intens vrij.
Ineens word ik staande gehouden door een vrouw. Zij legt eerst
haar rechter vinger voor haar lippen, het teken van stilte gebiedt.
Dan zegt ze uit het niets: Adem in wat er is, sla het gras van je
broek, adem uit in de stad, zo woon je waar je bent…
Snel loop ik door, ik kan er niets mee. De vrouw tikt nog met de
zelfde vinger tegen haar voorhoofd, laat daarbij haar ogen rollen
en wandelt luid mopperend verder. Alle mannen zijn gek of deugen
niet, staat op haar lijf geschreven. Ze is zo stijf als een plank van
de opgelopen stress.
Vol vervreemding ga ik op zij, zet mijn eigen innerlijk weer aan,
voel alle eigenschappen. Daarna maak ik mij los van mijzelf en ga
er vandoor als een bijzondere bijzin.
Niets groeit op mijn rug, er is geen grond.
Mijn heden rinkelt om mijn lendenen tot mijn hoofd eindelijk iets
anders verzint.
Een zuster schudt me wakker. Het is echt. Ik lig in het ziekenhuis,
niet te verwarren met het zielenhuis.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *