Schaammeid, 2013, schets
Laatst
Je weet nu wat rood doet. Je weet waar het verboden gras groeit.
Je weet wat zwart weet. De dode zon houdt alles verborgen, maakt
alles koud. Jouw tijd is een lokkende klok, je pruik is net zo kostbaar
als je haar. Je bent een geweldig vrouwtjesdier, die niet of nooit aan
morgen denkt. Je reist gewoon de tijd rond.
Door het sleutelgat van de avond zag ik je als een fee uit de vodden
staan. Ik smolt. Bouwde een weg naar je lijfelijk, lieflijk lawaai.
Je weet nu wat rood doet: het pakt mijn lurven.
Het pakijs van het verleden laat los en drijft weg met de laatste ge-
bonden, logge onderdelen. Mijn binnendorst kan zich nu lessen.
Plotseling slaat de bliksem in, juist waar ik drinken wil!
Ik sta daar als dood bier.