De deur, 1996, schets
Halve spiegel
Je nadert aan het eind van de middag je kamer en knoopt nog een
uurtje gezelligheid los uit je lijf. Je voorziet jezelf van halfzacht gebak
en thee, laat het geheel rustig samenvallen in je maag.
De verzamelde kamertinten worden steeds grijzer, wachten op de
avondschemering. Nog nooit gedroomde beelden worden nu in-
wisselbaar. Iedere schaduw schuift een stukje oud beeld weg. Je
voelt je een beetje alleen als een naar jezelf wuivende derde. Dan
komt het moment van afscheid.
Dames en heren we komen op het punt dat u regelrecht in slaap
kan vallen. Het is dommeluur!
De losgekomen tongen zijn dan op zijn best. Iedere hoekplaats wordt
verkend zolang de schemering aan het opstrijken is. Ongeschonden
vruchten verzamelen zich in een mand op je hoofd. Alle andere delen
van je lichaam worden woordeloos. Je wilt half zittend bediend worden,
terwijl je van elke schaal de vlezigste bodem afzoekt.
De kweker zal trots op je zijn.
Voorlopig ben je nog je eigen huisspook.