Dunne lippen, 2013, boek 112, pagina 30
Proloog:
Mooier dan de oude leugen is een nieuw terloops.
Ik wandel schouderophalend, soms neuriƫnd, aan de voet van eigen
beschaving. Wat denkt een mens hier eigenlijk te doen?
Ondergaan in eigen temperament? Per ogenblikkelijk?
Ik dacht het niet, geen tijd voor.
Mijn natuur is te nieuwsgierig en kijkkleurig.
In mijn wereld vraag ik je met blote handen rozen te plukken.
Ter geruststelling: alles blijkt veel meer dan een illusie te zijn.
Kom manmoedig aan tafel zitten. Schuif niet te voorzichtig aan.
Steek bij wijze van creatieve daad je naakte voeten in mijn volle
soepkom.
Zwaai daarbij flink met een morsig servet.
Benieuwd wie straks de afwas gaat doen.