Repeating, 2015, bewerkte foto
Kunstenaar
Doe toch die bloemen weg en laat mij zien.
Maak mij los van het behang, van deze stoel.
Roep mijn naam, fluister niet. Kijk me aan, dit moet je zien.
Dat ik van grote diepte ben is bekend, dat heb je al gezien.
Ik penseelde al mijn mooiheid bij herhaling. Een schilderij kan
niet leeg zijn, ik ook niet.
Nu je luistert, noem mijn naam, ik ben nooit weggeweest.
Ik ben er altijd geweest om op te dringen. Ik woonde overal al
voordat ik geboren was.
Ik sla het blad weer om, voor mij is hij verloren. Ik wil nieuws.
Koortsig dwaal ik in mijn straat. De toekomst fluit.
Ik zit in het rosarium in overgave. Het kleinste blaadje, straks
vergeeld, is mijn gretige getuige.
Als een vrouw gilt: Jan! Achter je! Hoor ik dat niet.
Of dit een film is of gewoon maar echt, vraagt niemand.
Ik stof alles af en herschep. Alles ruikt nieuw.
De toekomst is voorbij of constant blijvend.
Ik ben opgeleid om mijn leven de ruimte te geven.
Ik ben geen uitgebrande zwaan die ’s nachts door de straten glijdt.
De verbazing blijft.
Kunst blijkt waar te zijn.
Kijk, ik kijk op! Recht in je gezicht!
Klaar om in details te treden.
En jij bent de reiziger die losjes door mijn tekeningen praat.