Ongeduld

Boom der kennis, 2013

, boek 112, pagina 48

2013_b112_p48_boom der kennis_k

Proces

In de schaduw staat de boom wiens schaduw ik ben. Hij kijkt me
kaal aan, wiegelt langzaam met zijn kruin. De bladeren zijn weg-
getrokken uit het lof, hij ziet er doodsbleek uit. Ik vraag me af of
deze boom boom kan blijven leven.
Misschien ben ik te somber, valt het wel mee en is deze boom een
machtig meesterwerk. Ik moet de boom dankbaar zijn dat hij mij
schaduw geeft, dat hij mij ondersteunt met zijn donkere stam.
Deze reus zal echt niet met het minste zuchtje wind omvallen.
Deze boom heeft kennis.
En toen viel de nacht en was ik allang thuis. Mijn binnenlawaai
zwelt aan. Mijn hoofd vertoont tekenen van ongeduld. Ik denk
dat ik nu mijn meesterwerk ga maken. Mijn handen zoeken een
ongewone hoogte. De felle lamp verlicht alle vermeende schaduw.
Alle tijd is alle tijd. De verf valt lichter. Dikke klodders bedekken
het doek.
Enorme kraaien draaien zich om, zijn geschiedenis.
De toeschouwers verlaten in stilte de zaal. In deze nacht glijdt de
engel van de ramen, ze zoekt de stad met duizend zielen in haar
vleugels. Zij vangt het goud. Ook mijn goud.
Onder de bruggen dobbelsteent het geluk. Bomen schudden de
stadsklokken van zich af.
Dit wordt een goed werk.
Bim bam.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *