Noot – nood, 1989, A4 tekening
Rottigheid
Lucebert zei het al: vliegen en schurken slopen het ontbijt.
Helemaal mee eens. Zo ken ik het ook. Als kind al.
Toen zochten de half versleten moeders al stukken karton om hun
dikke kinderen te beschermen tegen het koude vocht. In diezelfde
tijd pakten gemene anderen de klaargezette boterhammen.
Als men dan weer teleurgesteld terugkwam van een vergeefse
zoektocht kregen ze het nog een keertje voor hun brokkelkiezen.
Al het eten was meegenomen door die brutale apen (die met hun
rode apekonten in alle palmen sprongen).
Hoe kan een mens dan nog tevreden blijven? Dikke druppels vocht
vallen dan uit de kraan van het hart. Ja, hele dikke! Ik zag het zelf!
Gelukkig was er altijd wel ergens een verstopte boterham.
Als je eerst een stinkende wolk wegtrok vond je gelijk een snee
volkoren met pindakaas. Moeders zijn waakzamer dan menigeen
denkt.
Vaders niet, die hebben het veel te druk met hun stormen van eigen
ego-denkgeweld. Als die uit hun vermolmde auto’s stappen is het
kwaad al geschied en opgelost.
En de kinderen dan?
De kinderen zien kunstzinnig door elke spleet met hun verwonderde
ogen. Zij kunnen voorlopig nog blanco zien en dat is mooi.
Heel mooi zelfs.
Het vermolmde kijken komt pas later, als ze leren rekenen.