Boom van alle tijd, 1996, A4 tekening
Tongtijd
Je mag dan je tong zeven maal in je warme mond hebben omge-
draaid, de willige woorden blijven uit. Je blijft steken in eigen
verloren tijd. Je hebt met zorg je penselen gezocht en alle kleuren
verzameld, maar je blijft zoals je bent: een maagdelijk, leeg doek.
Alles zal pas in beweging komen als je de zon toelaat. Dan kan je
je aanvalslied gaan zingen, zodat alle groene bladeren van schrik
wit worden. Daar heb je geen hamer en moker voor nodig.
Daarna boetseert je tong alle wenselijke vervoegingen. De tijd is
weer echte tijd en geen verzameling van getallen. Wolken zullen
ideeën voor gedichten aandragen. Bronchiën zullen nooit meer
verstopt zijn: er is constant lucht! Weg met de nare hoest!
De tijd laat al het bloed sneller stromen. Plannen schieten als
paddenstoelen uit de grond. Je hoeft je niet voor te bereiden,
want alles is al aanwezig.
Dwars door je eigen verbazing zie je dat er geen verwarring
meer bestaat. Bergen blijven gewoon op hun plaats staan. Er
is geen enkele reden meer om ongerust te zijn. Je hoeft alleen
maar wat te observeren en je voelt gelijk de voldoening ervan.
Op die manier is alles even wonderlijk als vanzelfsprekend. De
oogst is onnoemelijk groot, de nek nooit te kort om uit te steken.
De tijd heeft zijn hoogste doel bereikt. De ijsbaan is gesmolten.
Al het vorige was dus maar schamelschijn.
Daarna kun je weer gewoon van je voetstuk afstappen. Je weet
tot hoever je kan gaan. Hemel en aarde bewegen wat af.