Duikelaar, 2015. bewerkte foto
Wiebeldroom
Er luidt een klok om zwart die middag. Door de rag van de dag-
dromen zeilt een schip. Je volgt de deinbeweging. Je kijkt te lang
en verdwijnt. Iemand laat je waken, je wordt gewaakt, zodat de tijd
weer gaat stromen.
Kijk, daar zie je de man die wankelt. Hij is een duikelaar, die het
einde dichterbij maakt. Hij wankelt naar dat vermeend einde alsof
het een opdracht is. Ontwaak toch, want dat ben jij! En slaap.
Slaap de slaap der slapen. Het is laat in het seizoen. Je boom
draagt de bloei van zijn vruchten. Soms ploft er iets in het gras. Je
denkt dat ben ik ook. Slaap verder.
De dagen zijn op orde, het is voorbij. De herinnering zwerft door
het huis. Tegels zijn bemost aan de rand. Voortaan is het altijd
zondagmiddag. Ieder geluid is doof. Slaap.
Ik ga de langste trap af. Mijn voet schuift. Op de voordeurmat ligt
de ochtendkrant. De bel staat af. De tuin is groen. Zo was het
vroeger, zo is het nu. Ik oefen dus voor oude man. Word wakker.