Oorsprong, 2013, schets
Het gezag
Ook al wast hij zich met veredeld zeep, door zijn dweepzucht wordt
de stijfkop nooit week. Hij is uitvoerend, dienend, deze diender.
Zijn prietpraat komt uit het koeterwaals. Deze matte bezongen
waterval blijkt de filosofische hoorn des overvloed.
Met suizende oorvijgen denkt hij ogen te kunnen openen, maar de
tijd trapt daar niet in. Die waait liever als blauwe spuitfontein van
bekkens naar baden en laat daarbij het verdriet in de deingolven.
De meeste dragers hebben veel last van ingewikkelde drift.
Met striemende stembanden geselen ze de stilte, ze hagelen de
berg. Ze hebben vingers en hand ingeleverd aan het loket van de
bevoegde instantie. Wanneer hand en vingers weer ter beschik-
king zijn beslist de nog hogere hand. Hand gaat over hand, hoofd
over hoofd. Dat zijn de regels. Dat is het spel.
Pas op voor natte vingers in de pap. Je kunt je lelijk bezeren.
Wacht tot het bevoegde loket en de nauwlettende, blauwe per-
soon erachter ongevraagd zijn hoofd op je schouder legt. Spreek
niet tegen! Ga mee in onder de duim en muizig masker. Doe desnoods
een berenpak aan.
Alleen de aan een bloedbad ontstegen bader verschijnt opnieuw
brandschoon terug in zijn paradijs.