Absent, 2015, bewerkte foto
Je weet het niet
In het stof, in het gouden licht, zag ik haar blauwend silhouet.
Ze was bezig zichzelf weg te schilderen, voor altijd te verdwijnen,
in de verte te vertederen, op te lossen in groot niets.
Ze wou in alle stilte wegvallen. Onzinnig dus, dat valt niet op, daar
merk je helemaal niets van. Dat is net zo onopvallend als lang uit
een raam staren.
Ze wou weg van de geraniums en thee. Het zonnescherm was al
neergelaten. De zomer raasde buiten. Alles gaat gewoon door.
Boven de stoelen speelden de vliegen tikkertje. Een bromvlieg
sloeg te pletter tegen het glas, ze tolde even na op de vlakke vloer.
Haar rechterhand was actief, schilderde door. De linkerhand hing
willoos onder de pols, slap langs haar vrouwelijk lijf.
Als het nu ging onweren zou het licht direct uitvallen. Overbelichting.
Zo schilder je jezelf dan weg, denk je.
Je weet het niet meer. Er was wat kortsluiting.
Later ging de telefoon.
Moeder, zei de verklikker.
Nu niet opnemen, gewoon doorschilderen. Het is nog niet af.