In de nacht, 2011, bewerkte foto
Studievraag
In een mail schrijft ze me: “Ik ben gericht op de grafische aspecten van
de nacht”.
Vorm, kleur en compositie van het zwart, daar ging het haar om.
Elk beeld was een constructie. De nieuwe, nieuwere negatieve ruimte was
ingeruild voor een bijna muzikale abstractie. Allemaal heel speels.
Zelf vond ik haar voorstelling nogal vederlicht, maar door haar helderheid
ging ik toch maar op haar idee in en adviseerde haar vooral naar foto’s van
Man Ray te gaan zien. Zijn echo’s van schoonheid zouden haar vast bevallen
Allemaal heel geraffineerd en niet gedateerd.
Kort daarna werd ik twee weken erg chagrijnig.
“Dat ben je altijd” constateerde mijn omgeving ongevraagd.
“Als of dat iets uitmaakt……!” brulde ik terug.
“Ik dacht dat je het leuk zou vinden” was dan het excuus.
“Ik vind het ook leuk. Alleen niet zo leuk dat ik er om moet lachen”.
Je moet weten dat ik lachen eigenlijk iets ongepast vind, ik houd niet zo van
dat pretje-gedoe. Het doet me denken aan een verkeerd T-shirt bij een bepaalde
stemming. Dat is alleen iets voor giechelpubers, die nog in het grote verderf
zitten. Het zelfde verval zag je bij de Hippie-uithangers, die trokken zich ook
nergens een reet van aan.
En nu mag ik me druk maken over de grafische aspecten van de nacht.
Ik ga maar gauw naar bed en zet mijn handtekening in eigen warmte.
Gelukkig is het donker.