Dead matches, 1997-2015, computertekening
Zand
Dertig jaar geleden, op een dag als deze, ging ik fietsen met H.S.
Ik was verliefd en wist niet hoe ik daar mee om moest gaan.
Uiteindelijk lagen we op een begroeide zandrug, zonder te praten.
We waren moe of deden alsof. Ik kreeg de zenuwen en mijn hart
vloog er bijna uit. We raakten elkaar (nog) net niet aan.
De meeste woorden bleven veilig toegedekt of draaiden zich nog
eens om in een zachte mond.
Toen heb ik de stilte gehoord. Heel luid!
Oorverdovend stil. Het was het hardste lawaai wat ik ooit heb beleefd.
Ik dacht nog: open je armen, besta voor mijn part, maar het mocht
niet. Ik kon niet verwachten dat zij hetzelfde zou denken en dan ook
nog eens doen.
Waarschijnlijk sloeg ik ergens een symbool over. Er gebeurde niets.
Zij speelde de grote onschuld, in haar bloemetjesjurk, maar ik zag
wel degelijk haar boezem te snel op en neer gaan.
We ademden de koudste gedachte blijkbaar, we schuurden de lucht
met onze longen tot ijskristal.
Dan maar weer verder op de fiets.
Met een hoek van negentig graden bulderen we de stenen van de
oude klinkersteen straat.
We zijn niet langer broos.
We leven.
Kusje erop en zand er over.