Wind

Duitse nacht, 1998, acryl, 40 x 30 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Hemels

Johnny ligt op zijn harde jongensbed en luistert naar de nacht-
geluiden. Als hij zijn oren spitst kan hij de bladeren horen krabben,
soms lijkt het zelfs alsof ze met zachte stemgeluidjes ademhalen.
Johnny laat het raam altijd een eindje open staan, dan kiert de
nacht mooi binnen, zegt hij. Hij doet het raam nooit dicht, zelfs
niet als het regent. Hij wil de bladeren horen, hij wil ’s nachts overeind
kunnen springen als zijn badjes worden aangevallen. Over inbrekers
maakt hij zich geen zorgen, er is toch niks te halen. Bovendien zullen
de bladeren eerst gaan ritselen.
Ook de dunne, ietwat vuile gordijntjes laat hij ’s nachts een beetje
open. Hij is niet bang, hij is Duitser. Door een spleetje houdt hij de
wolken in de gaten. Wolken vertellen veel aan goede oren. Als de
wolken haastig voorbij de maan vliegen, gelooft hij dat ze dode
mensen vervoeren naar verre, vreemde oorden. Ver hier vandaan
gebeurd iets wat alle aandacht en wijsheid opeist. Engelen weten de
weg, altijd. De lange, gladde, witte vlerken kunnen vliegen waarheen
ze willen. Johnny wil later ook engel zijn.
Hij sluit zijn ogen en verbeeldt zich dat een stukje zachte witte wolk
in zijn vensteropening is komen vast te zitten. Nu niets zeggen, niets
doen. Dit moet een verdwaalde jonge engel zijn. Hij is niet bevreesd
want hij is een brave jongen, hij doet alles wat zijn vader zegt.
Dan doet pa de deur open.
Door de tegendruk vliegt de witte vlok weg.
Buiten ritselen de bladeren heftig terwijl het windstil is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *