Lopend hoofd, 2015, computertekening
Buiten het montuur van de tijd luidt de herinnering, die altijd op
zoek is naar storm. Pas op voor de heimweepolitie, die is dan erg
actief, zij willen al je vingerafdrukken verzamelen.
Maar goed, als het laatste licht dan eindelijk valt en we afscheid
hebben genomen van alle boomtoppen, dan kunnen we heerlijk
verder golven op het kompas van het hart. We voelen ons in de
nacht snel meer dan jeugdig en varen graag op die hitsige golven
mee.
Laat mij dan je blinde gids zijn, in de nacht heb je immers geen
zicht nodig. Ik kan de sterren laten schitteren in het nachttheater.
Ik laat de hemel in de vijver likken zonder dat je het merkt. En dan
is het voorwaarts! tot diep in de morgen. Je zult spreken in de
kwaaktaal van een kind en met grote passen ben je in één nacht
over de top van de hoogste berg.
Het is een gave, ik haal het allerbeste in mensen boven, mijn toren-
kraaien doen de rest.
Kijk, nee kijk maar niet, ik loop nu recht op je af. Als leidsman van
alle wegen weet ik maar al te goed dat het boek der aarde nu open
ligt. Ik laat iedere sneeuwbui tot vonken omsmelten door mijn
energie. Je hoeft alleen maar toestemming te geven en alles wervelt
oneindig rond.