Feit, 2015, boek 113, pagina 47
Het volle midden
Ongekende schoonheid zie je niet.
Soms als je je ogen, je oren en je hart opent ervaar je iets in
die richting. Als een vrije kunstenaar een vluchtige wereld
verwerkt werkt hij zich als een uitdijende cirkel een slag in de
rondte. Hij zoekt naar de ziel der dingen met een groot oog voor
het terloopse toeval. Dat is het grootse geluk. Dan bereikt hij
heel eventjes de korte troost. De oneindige drijfveer loopt met
de bestemming mee. Het is een patroon van wendbaarheid
bestaande uit vele meanders. En kort daarop, als de schets van
gedachten zich hecht aan zijn drager, dan bestaat het vastgelegde
moment tot de vernietiging volgt.
Bovenstaande schreef ik in een prelude voor het boek Tekentapijt
wat ik in 2005 samenstelde.
Op een vel of doek kan alles gebeuren, zou ik nu schrijven. Als je
voorbij het lege midden bent ben je al een heel eind.
Wat ook mooi is dat altijd na de herinnering de tijd van nu komt.
Nadat je je gedachten hebt gekorfd, doet je losse pols de rest.
Voorbij de roddel en verveling is het heden. Het heden is alles
wat er altijd is.
En nu sta ik thuis in de keuken met een komkommer in de hand.
Ook al zo’n geluksgevoel.